Mijn respect voor schrijfcursisten is eindeloos. En groot en diep. Chapeau, dappere, want je gaat een verhaal op papier zetten terwijl je lijdt aan de Curse of Knowledge. Ga ik opheffen hoor, mits jij een beetje helpt met de mijne. Want ik heb ook zo’n vloek onder de leden.

De term ‘Curse of Knowledge’ is ontsproten aan een experiment van een psychologie-promovenda aan Stanford University in 1990, genaamd Tappers & Listeners. Persoon A, de tapper, trommelt een bekend deuntje op tafel. ‘Happy Birthday’, bijvoorbeeld. Persoon B, de listener, moet raden welk liedje het is. Van tevoren denken de A’s dat minstens de helft van de B’s hun trommeluitvoering vlekkeloos gaat herkennen als Happy Birthday.
Nog geen 3 procent raadt het goed. De arme listeners begrijpen echt niet wat dat geram op tafel moet voorstellen, en de gefrustreerde tappers kunnen er met hun hoofd niet bij dat hun listeners niet horen wat zij horen.

Die tappers hebben last van de curse of knowledge. Zodra je iets weet (in dit geval een liedje hoort in je hoofd), is het moeilijk voor te stellen dat iemand anders die kennis niet heeft. Jurist Julius kan zich niet voorstellen dat jij zijn simpele procesje verbaaltje niet snapt en jij voelt je een zultkop, mijn zoon geneert zich dood omdat ik niet zie hoe je in heeresnaam moet minecraften op een mobieltje en ik voel me een dinosaurus. Allemaal gecursed.

In schrijfcursusland betekent een en ander twee dingen. Vloek voor de cursist: jij kent je verhaal, je schrijft het op, je lezer leest het en snapt niet waar het over gaat. Hè, denk jij, ’t is toch zo klaar als klontje waar ik met deze metafoor van de dode mus heen wil?!
Vloek voor de docent: ik weet feilloos de weg in een giga trukendoos waarmee jij kunt zorgen dat je lezer jouw verhaal wèl snapt (en het nog mooi vindt ook), maar die doos zit in mijn hoofd, niet in het jouwe. Nog niet.

Je snapt zeker wel waar ik heen wil toch, niet dan? Zonneklaar ja, dacht ik ook! Op cursus bij De Schrijfschool natuurlijk, samen vernuftig schrijfduiveltjes uitdrijven.