Onze schrijfwedstrijd (een R’dams triolet van The Writer’s Guide to the Galaxy, Boekverkopers Bosch & De Jong en De Schrijfschool) ter ere van de Week van het Korte Verhaal 2017 is gewonnen door Gaby Hutjes. ‘Tussen de Boeken’, zo luidde het thema waar de 35 inzenders zich allemaal min of meer aan hebben gehouden. Gaby schreef een verhaal met kop en staart, spannend plus pietsie psycho spooky, geen enkele tik- of spelfout, én puik gebruik van witregels (dat is dan weer mijn fetisj). We zijn groos op Gaby, en hier komt-ie dan!

Moedermelk

Pindakaas had ze Sjoerd nog nooit meegegeven. Het was altijd banaan op brood. Zou ze hem daarmee tekort doen? Ze stelt zich voor dat de klapstoelen vanmiddag allemaal vol zitten. Met hippe meiden met scheuren in de knie van hun spijkerbroeken. Met een enkele kunsthistorica of literatuurwetenschapster, haar eigen leeftijd maar dan opgewekter en opgetut. Vijfenvijftig-plus-vriendinnengroepjes, leesclubs, al dan niet snobistisch. En het vaste aantal trouwe exen, wat al zijn lezingen blijft bezoeken. Ze verdenkt ze ervan om een portret van hem achter het plastic venster van hun portemonnee te hebben, achter de foto’s van hun kinderen en die stiekem af te likken bij gebrek aan een echte man in huis. Haar geeft hij al een paar jaar geen kus meer. Zelfs geen vluchtige met de lippen in de lucht. Daar was hij mee gestopt nadat ze een keer, voor hij de deur uitging, haar wijsvinger in haar mond had gestoken en met een vochtige vingertop een paar kruimels van zijn wang had geveegd.

Pindakaas dus. Het ontregelt haar. Dat hij zo’n schik heeft in dat publiek. Zo’n zielig zooitje vrouwen dat zich opdirkt en elk woord wat over zijn lippen komt in zich opzuigt als moedermelk. Lekkerder kan het niet worden. Ze heeft pas gelezen dat gekolfde melk al na een half uur de helft van de smaak verloren heeft. Sjoerd had tot aan zijn vijfde bij haar gedronken. Niks geen borstpomp en flesjes.
En haar tepels bleef hij opzoeken totdat zijn ex hem bij haar in de slaapkamer betrapte. Hij had gestameld dat het niks voorstelde. Zij wist wel beter.

Ze wil de gezichten wel eens zien. Als hij tijdens het lezen rood wordt en opzwelt, eerst zijn smalle lippen, dan zijn neusvleugels, de huid boven zijn oogleden en tot slot zijn wangen. Meestal duurt het een dag of vijf voor een allergieaanval geluwd is en het gezicht de normale vorm weer aanneemt.
Zal hij het haar kwalijk nemen? Of stilletjes blij zijn dat hij de te zwaar aangezette ogen van de bibliotheekmedewerkster niet meer hoeft te zien om zijn schamele gage te halen en het formulier waarmee hij de treinkosten kan declareren. Ze zal hem meenemen aan de hand, net als toen ze hem naar school bracht vroeger.

Zijn schoenzolen plakken op het linoleum en laten een zuigend geluid horen als hij zijn linker voet optilt en afwikkelt. Ze schrikt op van het applaus. Daar komt haar Sjoerd. Alle ogen zijn op hem gericht. Ze bloost. Even lijkt hij van zijn stuk gebracht als hij haar tussen de twintigers op de eerste rij ziet zitten. Dan pakt hij zijn printjes en begint te lezen.