Ik zit te niksen op een terras. Het is ochtend, niet koud en een man met een baard draagt een treetje sanseveria’s zijn koffietent in. Tegenover mij steekt iemand een sigaret op. Of is het aansteken?

Thuis liggen bergen administratie te liggen, en bergen wasgoed, schoon en niet schoon, en een heuveltje deadlines ook. Maar ik ben niet thuis. Ik zit hier te niksen. En omdat ik het boek van Brenda Ueland lees, ‘If you want to write’, weet ik dat ik het goede doe, namelijk niets.
Brenda Ueland schreef haar boek over schrijven in 1938. In 1983 schreef ze er een nieuw voorwoord bij en in 1985 vond ze, ver in haar nineties, dat ze wel genoeg had geschreven
en ging ze dood.

Als zij er
eens even goed voor gaat zitten, achter haar typemachine, om het over creativiteit te hebben, barst ze in een voetnoot (haar voetnoten zijn ook fantastisch) uit: ‘Creativity! It is such an overused word, and I hate it, but I use it because it is what I want to say’.
Overused! ‘Creatief’, een uitgeknepen woord, toen al dus, in 1938! En ik, bijna
tachtig jaar later, ben ook nog steeds veroordeeld tot de term ‘creatief schrijven’, want er ís inderdaad geen goed synoniem. Ik voel me dus zeer met Brenda verbonden (dat is zo mooi aan boeken hè, ook als de schrijvers ervan al lang dood zijn, kletsen ze onverdroten tegen je aan en kan je enthousiast “Ja! Ja! Dat vind ik óók!” tegen de pagina’s knikken).

Over creativiteit schrijft ze dat dit een langzame bedoening is, en dat je de woorden ‘I will’ en ‘I must’ beter thuis laat. Dat het juist in het luie, in het niksen, in het peinzen zit. Dán denk je interesting things, en die komen later heus wel op papier. Of op het canvas. Of uit een klont klei.
Zó uplifting schrijft
ze, zó enthousiast, en niet over the grind en the torture en the agony die schrijven kan zijn (of waarvan sommigen willen dat het dat moet zijn), maar over truthful en onopgesmukt schrijven. En dat het jofel is om te doen, en dat je het dus vooral niet moet uitstellen ‘till the kids are grown or your husband finally fully retires’ (het was wel 1938 hè).

Mens wat krijg ik goeie zin van dit schrijfboek. Zó veel zin dat ik lekker blijf zitten niksen op dit terras.