Beloftevol young adult-proza

In de verte licht een wolk op. Het onweert al een tijdje, maar hoewel de flitsen elkaar snel afwisselen klinkt er geen gedonder. Mijn vader heeft een keer verteld dat dat komt doordat het onweer dan nog te ver weg is. Weerlicht, noemde hij dat, geloof ik. De dreiging van naderend onheil dat zichzelf in stilte aankondigt. Onheil dat er in feite zelfs al is. Alleen het geluid ontbreekt nog.

Hier wordt een onweer van Schrödinger beschreven. Het bliksemt zonder dat het dondert. Er is licht, maar geen geluid. Het onweer is en het is niet. Doordat de verwachte donder niet klinkt en alles stil blijft, voelt dit niet als een vol onweer. We voelen geen nattigheid, maar wel een kille afstand: we zijn veroordeeld het van ver flink te zien knetteren. Meedogenloos laat Jante Wortels debuut Weerlicht een dergelijke kwelling ervaren.

Deze coming of age verhaalt een familievakantie naar Noorwegen, waar het gezin van de vijftienjarige Lee –koosnaampje van Lea– de rust hoopt te vinden na een verschroeiend jaar. Lee is herstellende van een eetstoornis die haar haast het leven had gekost. Niet dat Lee maaltijden oversloeg, noch het eten uitspuwde, wel pleegde zij roofbouw op haar lichaam door overdadig te sporten.

In terugwijzingen en flashbacks wordt verteld hoe Lee gekneld raakt door een martelende prestatiedrang. Koste wat het kost wil ze de beste zijn. Die drang wordt voor haar een steeds nauwer zittend korset van obsessieve regels, waarbij ze niet aan de koordjes kan. Op bepaalde momenten mag ze wat eten, en op andere moet er hard worden geoefend: ‘Zitten en dan weer staan, en dat dan net zo vaak als afgelopen nacht, dat is het doel. Na een paar keer sta ik al te hijgen, maar me ergens aan vasthouden of pauzeren is tegen de regels.’

Een interventie redt Lea van de dood. Dokters smeken om Lee te laten opnemen, maar de ouders weigeren de controle los te laten. Het gezin verzwijgt het doktersadvies voor Lea en Ronja dringt aan om naar Noorwegen te reizen. Het zal hen goed doen. Lee kan er herstellen, avonturier Fos kan er zich uitleven, en Ronja kan met haar progressieve longaandoening rust vinden bij haar geëmigreerde broer Erik. Maar voortdurend moet iedereen over de schouder kijken, bang dat Lee weer eens een duizendtal buikspieroefeningen aan het doen is op een bouwvallig campingtoilet.
Alles loopt mis wanneer hun caravan een afgrond in stort. Lee’s levensbehoudende structuur gaat mee de dieperik in. Daarvoor had zij al een aantal weegmomenten gemist, bovenop de oefeningen die ze met mondjesmaat was herbegonnen. Haar korset komt weer strakker te zitten: ‘Elke verandering heeft een consequentie’. Tegen de zin van Fos besluit het gezin terug te keren naar Nederland. Hij had zich ingesteld op de fikse bergwandelingen samen met zijn vader. Kwaad op Lee omdat het telkens om haar draait, loopt hij weg.

In dit dysfunctionele gezin zijn de leden zowel zichzelf als elkaar kwijtgeraakt. Wat tussen hen hangt is geen warmte of liefde, maar een hoogst volatiel soort buskruit. Tussen de spanningen door wordt Lee geterroriseerd door haar duivel. Door die ziekte niet te pathologiseren kan Wortel de subjectieve complexiteit ervan laten zien:

Mijn ouders zeggen de laatste tijd ook wel eens dat soort dingen. Alsof ik bezeten ben van een duivel, zoals het meisje in The Exorcist. Die duivel moet eruit, lijken ze te willen zeggen, maar ik vraag me af welk deel van mij dan de duivel is en welk deel gewoon Lea. Of misschien bedoelen ze dat ik zelf de duivel ben, en moet Lea helemaal weg. Moet ik herboren worden, zoals ze dat zo lekker zweverig noemen bij van die alternatieve geneeswijzen waar mijn moeder in het begin wel eens mee aankwam.

Het boek houdt de lezer voortdurend op een frustrerende afstand. Je zou kunnen denken dat dit een slecht vormgegeven personage is, maar het gaat juist om die frustratie. Bang dat ze tekortschiet stoot Lee iedereen in haar omgeving af, zo ook de lezer. ‘Ik wilde juist verdwijnen,’ bekent Lee, ‘Ik was tenslotte de enige wier oordeel er echt toe deed.’ Dit is een personage dat het beste personage ter wereld wil zijn, terwijl het vreest dat dat überhaupt niet kan.

Ook de lezer verzeilt in een kwelling. Zienderogen neemt Lee’s gezondheidstoestand af, terwijl de ouders hoe langer hoe meer met de handen in het haar zitten door Fos’ verdwijning. Je wil door de tekst heen grijpen om Lee te helpen. Maar zoals bij weerlicht is dit een onweer dat onbereikbaar en onvindbaar op de achtergrond flits en rommelt. Het is het verhaal van een machteloze lezer.

Deze roman staat of valt bij gratie van het hoofdpersonage. De geloofwaardigheid daarvan staat even op het spel wanneer er ook nog eens een schuldgevoel ten aanzien van Ronja’s longaandoening wordt aangehaald. Gelukkig wordt die piste snel verlaten: dit meisje moet al met genoeg afrekenen.

Met Weerlicht schreef Jante Wortel beloftevol young adult-proza. Het boek draait op een ijzersterk, beklemmend personage, waarmee de auteur toont dat ze met veel gevoel een urgent en actueel thema kan vormgeven. Het kan niet verbazen dat dit boek binnenkort op talloze leeslijsten prijkt. Het kan evenmin verbazen dat dit boek in menig bibliotheek vaak zal worden ontleend. Weerlicht is een veelbelovende flits aan de literaire einder.

Jan-Bart Claus

Jante Wortel – Weerlicht. Das Mag, Amsterdam. 251 blz. € 22,50.