Ze koos een ansicht met woeste beesten uit, kreeg van mij de regels van een sprookje en schreef dit:


Er was eens een heel arme kunstenaar. Hij maakte prachtige schilderijen, maar niemand wilde ze hebben. Hij werd armer en armer en kon geen eten meer kopen. Zijn allerlaatste muntstuk gebruikte hij om verf te kopen. Misschien maak ik hiermee een schilderij dat iedereen wil hebben, dacht hij.

Maar tevergeefs. Hij schilderde en schilderde tot er niets meer van de verf over was. Hij ging met zijn schilderijen naar de markt in het dorp, waar iedereen langs zijn kraampje liep zonder te stoppen.

Aan het eind van de dag was hij weer thuis in zijn hutje, met een lege maag, en al zijn schilderijen. Hij keerde zijn verfpot om, en er viel nog één druppel uit. Die vermengde zich met zijn tranen. Wat moest hij doen?

Toen zag hij iets bewegen. Uit het mengsel van de laatste druppel verf en zijn tranen was er een schilderij van een wolf ontstaan, en de wolf kwam langzaam tot leven op het papier. De wolf stapte van het blad de kamer in.

“Eet me maar op,’’ zei de kunstenaar, “mijn leven is waardeloos!’’
“Wat moet ik met zo’n mager scharminkel als jij?’’ zei de wolf. “Bezorg me liever een sappige boerendochter!’’
“Maar hoe moet ik dat doen?’’ vroeg de kunstenaar, “ik heb niets!’’
“We gaan samen naar de markt, en dan zorg ik dat iedereen jouw levende schilderijen wil kopen,’’ zei de wolf. “Dan komen de boerendochters vanzelf!’’

En de wolf hield woord. Iedereen wilde de levende schilderijen hebben, en de kunstenaar werd rijk. Aan het eind van de dag kwam er een mooie boerendochter naar de kunstenaar toe. Ze keken elkaar in de ogen en werden meteen verliefd.

“Denk aan je belofte,’’ zei de wolf. “Ik moet haar opeten!’’
“Maar dat kan niet, ik hou van haar!’’ zei de kunstenaar, en hij en de boerendochter huilden dikke tranen. De tranen kwamen terecht op de vacht van de wolf, en die verdween jankend in het niets, tot er alleen nog een plasje verf vermengd met tranen op de grond lag.

De kunstenaar en het meisje vielen elkaar om de hals, en ze leefden nog lang en gelukkig.


Van Deborah, een van mijn cursisten Creatief & Zakelijk Schijven van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Naast mooie sprookjes schrijven blogt ze over kinderboeken op Boekielezen.nl